Geschiedenis van het Boeddhime
Boeddhisten geloven dat er voor Gautama al Boeddha's waren en dat er in de toekomst ook nog nieuwe Boeddha's zullen komen. Daarom verwijzen ze naar de leer van Gautama als naar 'de leer van de huidige Boeddha'. Deze vond zijn oorsprong in India waar Siddhartha verlichting werd geschonken, waarna hij ervoor koos om op aarde te blijven om anderen de weg te wijzen naar het nirvana.
Bekijk onze catalogus voor Boeddhabeelden
De eerste volgelingen
De eerste volgelingen van de Boeddha waren de vijf asceten met wie hij jaren samenleefde toen hij op zoek was naar verlichting. Het duurde niet lang of ook anderen raakten geboeid door de leer van Boeddha en sloten zich bij hem aan. Deze groep werd bekend als de Sangha. Onder de eerste volgelingen van de Boeddha was ook zijn zoon Rahula. In het begin werden vrouwen niet toegelaten, maar later wisten zijn stiefmoeder en nicht hem te overreden vrouwen wel toe te laten. De Boeddha reisde vijfenveertig jaar door India en andere landen in de buurt, zo ook Birma, om te preken en de Boeddhistische leer te verkondigen.
Keizer Asoka
Na zijn overlijden gingen zijn volgelingen door met het verspreiden van de leer van Boeddha, en nam het aantal Boeddhisten gestaag toe.
Keizer Asoka, die van 273-232 voor Christus over India regeerde, raakte onder de indruk van de oproep van de Boeddha om alle leven te respecteren. Hij hield van jagen en oorlogvoeren, maar voelde zich niet prettig bij het lijden dat hij daarmee veroorzaakte.
Op een dag kwam hij een groepje Boeddhistische monniken tegen. Hij raakte zo onder de indruk van de leer die ze verkondigden dat hij zich tot het Boeddhisme bekeerde. Als Boeddhist nam hij zich voor te regeren overeenkomstig de leer van de Boeddha. Hij probeerde ook anderen te bekeren tot het Boeddhisme en stuurde monniken en nonnen de wereld in om de leer van Boeddha te verkondigen.
Verspreiding van het Boeddhisme
Het Boeddhisme verspreidde zich met name door toedoen van keizer Asoka vanuit India naar andere landen in Azi.
Zijn eigen zoon werd monnik en zijn dochter werd non. Ze brachten het Boeddhisme naar Sri Lanka. In de eerste eeuw na Christus had het geloof Nepal, Tibet en China bereikt, waar het zich een vaste plaats verwierf naast de bestaande Chinese godsdiensten. Vanuit China verspreidde het geloof zich naar landen in de buurt. In de vierde eeuw werd het gentroduceerd in Korea, in de vijfde eeuw in Myanmar (Birma), waarna de Boeddhistische heerser Anawratha voor verdere verspreiding zorgde naar Thailand, Cambodja, Maleisi en Laos. In de zesde eeuw kreeg het Boeddhisme vaste voet aan de grond in Japan.
Het zou nog honderden jaren duren voor het Boeddhisme het westen bereikte. In de negentiende eeuw verspreidde het zich vanuit Japan naar de westkust van Amerika. Pas in 1893 zetten de eerste Boeddhistische monniken voet aan land in Engeland. Nu is er op de wereld bijna geen land meer waar geen Boeddhistische gemeenschap te vinden is.
Maar in landen waar het Boeddhisme werd gentroduceerd behielden mensen vaak voor een deel hun oude opvattingen en geloof. Er ontstonden verschillende opvattingen over de leer van de Boeddha, die leidden tot twee belangrijke scholen: de Theravada-school en de Mahayana-school. Nog weer later ontstonden er andere vormen, zoals het Tibetaans Boeddhisme en het Zenboeddhisme, die nog altijd bestaan. Elk land heeft in de loop der tijd zijn eigen Boeddhistische gewoonten en vieringen ontwikkeld.
Deel deze pagina